Skip to content

Op vakantie naar Memory Lane

Vakantie en bollen pellen

Ja eh, bollen pellen, dat gaat ik dus echt nooit doen. Maar ja, in ons gezin, we spreken 1980, werd niet even de portemonnee getrokken om zoonlief op vakantie te laten gaan. Werken voor je geld. Ik zal vast niet de enige zijn. Krantenwijk was ik ook niet voor te porren, mij te vroeg opstaan. Maar daar was opeens via via het bericht dat ze ook mensen zochten om op het land te werken bij het bollenbedrijf. Bever Sport had het al vroeg door, niet iedereen is een buitenmens, maar niemand is een binnenmens 😉

Achter de rooimachine bollen rapen en in kistjes doen en die kistjes weer opstapelen, 10 hoog, 2 rijen op 1 smalle pallet. Vrijdagmiddag kreeg je wel een beetje de slappe lach, was je er ook wel klaar mee voor die week en dus werden er geintjes uitgehaald, zoals een pallet “op scherp zetten”. Kwam de opzichter er aan en dan per ongeluk even met je schouder tegen de stapel stoten. Wammm daar lag de hele zooi. Moest je uiteraard weer opruimen, maar dan hoefde je niet het tempo van de machine bij te houden. Elk nadeel heb z’n voordeel.

Geld moet rollen

Vrijdagmiddag het loonzakje. Ik weet het nog heel goed, zelfs met een heel klein loonstrookje, want alles ging keurig “wit”. Klein bruin envelopje, maar man man, in 1980 kreeg ik NLG 197 per week, dat was voor een 17 jarige serieus geld. Zo’n 4 weken lang dat werk verzet. Als het regende mocht je binnen zitten. Broodtrommeltje met je bammetjes, belegd met kokosbrood en speculaas en een thermoskan koffie. De pauzes waren ook altijd leuk. Moppen tappen en sterke verhalen vertellen, alleen had ik die toen nog niet.

Na 4 weken had ik mijn neef uiteraard al lang weer gesproken want er moesten plannen gemaakt worden voor de vakantie. De Corrèze. Wij noemden het steevast de Dordogne, wisten wij veel. Al snel was D-Day aangebroken, nee niet 6 juni, maar uiteraard ergens in juli. Ik had nog geen rijbewijs en tolwegen waren er wel, maar te duur voor ons broekies. Tot Senlis en dan binnendoor. Fontainebleau, Orleans en dan richting Limoges en Brive la Gaillarde. Midden in de nacht met 100 door de kleine Franse dorpjes…………en vol in de remmen als er weer eens midden in een dorp, om de hoek om 03.00 uur een stoplicht op rood stond. En je weet het, die Gendarmes zijn overal en niet te vertrouwen.

Camping Municipal en macaroni

Uiteraard een municipal camping, al was het maar vanwege het budget. Deze week nog zag ik op deze Facebook pagina een vraag van mensen die wilden starten met gîtes en 1 van de antwoorden kwam vanaf een camping……………in de Corrèze…………aan het lac de Triouzoune. Mijn eerste vakantie in Frankrijk, en die vergeet je natuurlijk nooit, net als het eerste vriendinnetje, uiteraard, een Francaise. Maar daar gaan we nu niet verder op in 😉 Maar als je dan zo’n antwoord ziet gaan je gedachten meteen terug naar hoe ons huidige Franse avontuur eigenlijk al heel vroeg wortels kreeg.

In Neuvic kwamen we een familie uit Rijswijk tegen, Rèèèswèèèk eigenlijk. Er moest een avond macaroni gemaakt worden, maar ja, hoe? De familie had (heeft) 2 hele leuke dochters en dus die bekende stoute schoenen aangetrokken en gevraagd hoe dat met die macaroni moest? Er werd even vragend gekeken en toen kwam het antwoord : Naaah, kèèik, die makreuni moet je opzettuuh in reeuum watuh en 10 minutah latuh kokah en daarna goed afspoeluh. De macaroni lukte en het contact met de “Macroni-girls” is tot op de dag van vandaag gebleven……….we vieren dat we elkaar 40 jaar geleden hebben ontmoet. Samen ook nog naar Gerlos geweest en van hen windsurfles gekregen. Gaaaawe tijduh.

Doe maar geen Doe Maar

Na 2 jaren Neuvic volgden 2 jaren Beynat, ook Corrèze, en dus voor ons nog steeds de Dordogne 😉 Ken je dat, als je je eigen muziekstijl een beetje begint te ontdekken, dat die dan helemaal niet Nederlands is en dat er een groep meiden naast je komt staan met de hele dag “Doe Maar” uit de draagbare stereo cassetterecorder, kortweg “de Freddy”. Ja Freddy, dat was Freddy James met get up and boogie, en die liep er in de clip mee op zijn schouder, vandaar dus. Gelukkig verder niets aan overgehouden anders dan dat ik bijna elk liedje van Doe Maar nog steeds van voor tot achter mee kan zingen………..dit is een lied over een plant, een groene plant.

Op die camping voor het eerst meegemaakt hoe verwoestend een “zomers buitje” in die streek kan zijn, hagelbui wel te verstaan. Het dak van onze auto leek wel een poffertjespan, tenten compleet gesloopt en de volgende dag een rij van tig meter voor het “acceuil” om verzekeringszaken te regelen. Tja, er moest gebeld worden met een vaste lijn, want de mobieltjes hadden nog niet hun intrede gedaan. Ook voor het eerst naar Rocamadour, wie kent het niet. Roche des Aigles en niet te vergeten Collonges-la-Rouge, het prachtige rode dorp.

De Spaanse Costa’s

Ja, die moesten er toch ook aan geloven. Niet llorret, daar waren “we” de types niet voor. Wij gingen naar het toen nog bescheiden Estartit. Alhoewel bescheiden. De camping had toen, midden jaren 80, al 2 zwembaden, panorama terras, ondergrondse disco, restaurant, supermarkt etc. Wij kwamen natuurlijk voor het natuurschoon en de ondergrondse disco. Heel toevallig gingen die twee ook samen. Helemaal op de avond van de Mr Leg verkiezing. Ik was toen nog geen triatleet, dus heb mij maar niet ingeschreven 😉

Overdag met je auto naar het strand en parkeren op het strand, wie heeft het? Een “hamburgesa”met een fijne pul koud bier als lunch en in de avond natuurlijk uit eten. Zeker uit eten was in die tijd spotgoedkoop aan de Costa’s. Die Macreuni hebben we die vakantie maar even gelaten voor wat het was, temeer daar je toen voor, omgerekend, 10 gulden een 3 gangen maaltijd kon eten in het restaurant op de camping. OK, het waren niet al te grote porties en dus bestelden wij een 2e keer diezelfde maaltijd. Toen kwam toch de kok even uit de keuken om te vragen of we de boel niet in de maling namen. Wie? Wij? 4 Keurige jongens. Echt niet.

Vogeltjes vs de disco

We zijn een paar jaar verder en samen met mijn vriendin, nu mijn vrouw, wilde ik nog wel eens terug naar Estartit. Wat bleek, het was de laatste week van het voorseizoen. Die nog even meegepakt, maar met een soort van drive-met-je-stoel-in bioscoop voor onze tent, de kinderanimatie en de prijzen die na een week meer dan verdubbelden, werd er al snel besloten om terug te gaan naar Frankrijk. Estartit, het was leuk om weer even gezien te hebben, nu moet ik er niet meer aan denken. Ondertussen heeft de camping overigens 3 zwembaden en meer dan 1000 plaatsen. Je moet er zin in hebben 😊 Overigens betaal je € 54 voor 2 personen incl electra per dag op 70m2 tijdens het hoogseizoen. Dat gaat bij ons voor 250m2 voor minder dan de helft 😉

De camping in Frankrijk werd een verademing en we wisten meteen dat DIT onze soort campingvakantie voortaan zouden worden. We hadden al eens 1 keer op die camping gestaan in de Lot, voor ons ook Dordogne, en wel in Vayrac. Ik snapte die stickers nooit “Je campe dans le Lot” ………..maar wel aan de rivier de Dordogne. De camping was nog klein. We hebben de transformatie van het oude naar het nieuwe zwembad meegemaakt en, wat ik nu zelf ook weet, het belangrijkste : de eigenaren waren helemaal top. Daar valt en staat, in onze ogen, een camping mee. Het kan er nog zo mooi zijn, maar als je door een chagrijn wordt ontvangen ben je er denk ik wel meteen klaar mee. We stonden langs de rivier en hoorden alleen de vogeltjes ipv de bioscoop en de disco. Parfait.

Camping te koop

Dat werden dus jaren later 3 woorden die we met regelmaat in Google hebben ingetoetst en uiteindelijk hebben geleid tot waar wij nu wonen. Maar daar ging nog wel iets aan vooraf. ONS verhaal heb ik al een keer geschreven en hier geplaatst. In gids 7 vind je een deel van ons verhaal en op www.lepetitmasdile.com/over-ons kan je lezen “van finish tot start”, maar dit geheel terzijde. Een paar jaar voordat wij plannen kregen kwamen we terug van een backpack vakantie en zat er tussen de post ook een envelop uit Frankrijk. Wat bleek, het was een kaartje van die camping in Vayrac waar we zeker 6 keer zijn geweest. Ze hadden hem verkocht ☹ oefff.

Wij zijn ook bij de nieuwe eigenaren geweest, maar het was toch meteen anders. Toen hadden wij zelf nog geen plannen om te emigreren, dus het was niet iets wat we “misgelopen waren”. Dat je heel vaak het cliché “het is vast ergens goed voor” kan gebruiken is ons toen ook weer gebleken doordat wij een paar jaar later wel zelf op zoek gingen en nu al weer 15 jaar zelf eigenaar zijn van een “Camping & Gîtes”. Bij ons geen jongens die vragen hoe je makreunie moet maken, maar een heerlijke mix van alle leeftijden tot 16 a 17 jaar aan toe, waarbij die oudsten nu ook een eigen lounchehoek met wifi en koelkast hebben. Bollen pellen wordt er bijna niet meer gedaan, maar gelukkig werken ze wel voor hun eigen geld.

Fijne vakantie allemaal

 

Back To Top